Aan de Belastingdienst
Geachte mevrouw, heer,
"Na ingebruikname van de ruimte bleek dat we behoefte hadden aan een plek waar we meer mensen konden ontvangen. Voortschrijdend inzicht noemen we dat."
Aldus uw woordvoerder Jelle Wijkstra in dagblad De Pers over de sloop van presentatieruimte De Kern in het hoofdkantoor van de Belastingdienst. Wat moet hij zich flink hebben gevoeld toen deze woorden over zijn lippen kwamen. Voortschrijdend inzicht, het zijn woorden die getuigen van bespiegeling, van groei, van redelijkheid en gezond verstand, maar die tevens actief een beroep doen op de redelijkheid en het gezonde verstand van de luisteraar. Het zijn volwassen woorden, voortschrijdend inzicht. Woorden voor grote mensen.
Waar gaat het precies over? U, de Belastingdienst, heeft vorig jaar een hypermoderne, futuristische, multimediale presentatieruimte laten afbreken die net een jaar oud was, omdat er niet genoeg mensen in pasten. Dus niet alleen was de ruimte hypermodern, futuristisch en multimediaal, ze was ook te klein. En, niet onbelangrijk, met een half miljoen euro lichtelijk aan de prijs.
Nu blijkt dat u deze geschiedenis bij monde van uw woordvoerder wilt afschuiven op voortschrijdend inzicht. Het feit dat u pas na ingebruikname van een zaal erachter komt hoeveel stoeltjes erin moeten kunnen staan, moet de burger slikken als voortschrijdend inzicht. Ik hoop dat u het me vergeeft als ik zeg dat wie bij het bouwen van een zaal geen idee heeft van het aantal bezoekers, blijk geeft van een totaal gebrek aan inzicht. Voortschrijdend inzicht wil zeggen dat er als uitgangspunt al een bepaald inzicht bestond, niet dat men geheel stuurloos maar wat aanmoddert en zich na een jaar eens achter de oren krabt. U bedoelde waarschijnlijk eerder zoiets als ontwakend inzicht. Dat had ook mooi geklonken, net zo grotemeneerig als de nonsens die u probeerde te verkopen en daarbij ook nog eens volstrekt eerlijk en geheel conform de waarheid.
Net zoals u er niet voor terugschrikt een aantal tonnen aan gemeenschapsgeld over de balk te smijten, zo schrikt u er ook niet voor terug om vervolgens glashard te vertellen dat er niets is misgegaan. Als u de brutaliteit toch volstrekt niet schuwt, waarom dan niet meteen gezegd dat men niet zo moet muggenziften over vijf ton, wat immers niets is vergeleken met de 60 miljoen euro die zijn neergeteld voor het hele complex? Dat had wellicht nog op een zekere bewondering kunnen rekenen hier en daar. Dat u nu de zaak lafjes probeert weg te wuiven met gebaren van nietsbetekenende woordenkakkerij is teleurstellend in het kwadraat.
Ik zou willen besluiten u te feliciteren met het feit dat u er opnieuw in geslaagd bent het imago van de ambtenaar als onverantwoordelijke, onbezonnen geldbuideljongleur recht overeind te houden. Ik vertrouw erop dat toch op z'n minst deze imagodeuk een lichtelijk gevoel van onbehagen bij u weet te bewerkstelligen.
Met vriendelijke groet,
Ralf Pisters
Opmerkingen: