Setlist

nummers met * zijn van Jacques Brel; de rest is van Bruno.

  1. Amsterdam*
  2. Les vieux*
  3. Tu étais toute nue
  4. L’oiseau blessé
  5. Ces gens-là*
  6. Le chef de gare
  7. Madeleine*
  8. Le vent des dunes
  9. Les timides*
  10. Hé, m’man!*
  11. La seule femme que j’aimais

intermission

  1. Enfin, voilà
  2. Les bourgeois*
  3. Cherbourg
  4. Fils de…*
  5. Tu m’as quitté (?)
  6. Fernand*
  7. Les philosophes de comptoir
  8. Marieke*

encore

  1. La rivière bambou

Band members

  • zang: Bruno Brel
  • toetsen: Bernard Goblet
  • accordeon: Martial Dancourt
  • gitaar: Gilbert Delsipée

The company

*, Bob, Els, Bas, Konnie

Story

Ben vanavond naar het concert van Bruno Brel geweest, met mijn zus en mijn ooms en tantes Bas & Konnie en Bob & Els.

  • “Ik ga vanavond naar Bruno Brel”, zei Els tegen haar collega.
  • “Bruno Brel, is dat de zoon van?” vroeg de collega.
  • “Nee” antwoordde ze, “de neef van.:
  • “Jaja. En ik ga vanavond naar Jane Piaf.”

Desalniettemin is Bruno Brel wel degelijk de neef van Jacques en dat is wel te merken ook. Op zijn laatste cd ‘Moitié Bruno, moitié Brel’ zingt hij voor de helft nummers van Jacques Brel en voor de helft nummers van zichzelf en als je niet beter wist zou je bijna denken dat je naar Jacques luistert in plaats van naar Bruno.

Op het podium was dat nóg meer het geval. De stem, de gebaren, de energie, het theater… Van tevoren dacht ik nog: dichterbij dan dit kan je niet komen. En dat was ook zo. Bijna iedereen die geprobeerd heeft Brel te coveren en dicht bij het origineel te blijven is dat niet gelukt, maar Bruno kán het. Hij heeft er bovendien ook de lelijke kop voor :).

De zaal was half leeg toen de deuren sloten zodat Bob en Els, die later kaartjes hadden gekocht dan wij (Bas, Konnie, mijn zusje, ik), stiekem een paar rijen naar voren zijn gegaan om wat dichter bij ons te zitten. De mensen in de zaal waren ook allemaal minstens tien jaar ouder dan mijn zusje en ik, maar daar ben ik inmiddels aan gewend :). Bij de meeste concerten die ik tot nog toe heb bezocht waren de enige jongeren degenen die meegesleept werden door hun ouders. Dit was echter de eerste keer dat we écht de enige jongeren waren.

Het was kinderspel om mijn fototoestel naar binnen te smokkelen, maar ik heb geen foto’s genomen. Ik heb er gewoon niet aan gedacht en de zeldzame momenten dat ik er wel aan dacht had ik er eigenlijk het lef niet voor :).

Bruno begon erg sterk met ‘Amsterdam’, gevolgd door ‘Les vieux’, beide nummers van zijn oom. Zijn eerste eigen liedje was ‘Tu étais toute nue’. Als een ondeugend kind van acht sprong hij van zijn ene op zijn andere been en zong:

La première fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La deuxième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La troisième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La quatrième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La cinquième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La sixième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La septième fois qu'j't'ai vue, t'étais tout nue
La huitième fois qu'j't'ai vue, ben, t'étais tout nue

Op dat punt zei hij in gebroken Nederlands: “Deze heb ik zélf geschreven” (in tegenstelling tot de twee voorgaande nummers), lachte ondeugend en ging verder: “La neuvième et la dixième fois…” Het liedje ontwikkelde zich vervolgens overigens in een gevoelig liedje over twee geliefden die elkaar uit het oog raken :).

Hoewel zijn eigen nummers erg goed zijn, waren het echter toch de liedjes van Jacques Brel, die ik zo goed ken, die de avond geslaagd maakten. Tot mijn genoegen zong hij er ook enkele die niet op zijn cd staan: onder andere ‘Ces gens-là’ en in de tweede helft ‘Fernand’, twee favorieten van mij. Telkens als hij de woorden “Ces gens-là” zong wees hij de zaal in, waarbij hij overigens eenmaal naar mijn zusje, die naast me zat, wees en eenmaal naar de vrouw die aan de andere kant naast me zat. Typisch.

Ook zong hij ‘Hé, m’man!’, een lied dat door Jacques Brel is geschreven maar nooit door hem is opgenomen. Na afloop daarvan probeerde hij dit in het Nederlands uit te leggen, maar halverwege gaf hij op en ging in het Frans verder door te zeggen dat hij blij was dat wij, het publiek, het zo waardeerden.

Tussen de liedjes door dronk hij regelmatig wat Spa blauw; toch een kleine anticlimax aangezien zijn oom tijdens concerten wel wat sterker spul dronk. Om het toch een beetje goed te maken zong Bruno wél regelmatig met consumptie. Op zulke momenten ben je blij dat je niet op de eerste rij zit :).

Bruno had drie muzikanten meegenomen: pianist Bernard Goblet, gitarist Gilbert Delsipée en accordeonist Martial Dancourt. Toch hoorde ik tijdens het concert geluiden die niet uit één van die instrumenten kwamen, dus ik verdacht ze ervan ook een bandje op te hebben staan. Later bleek echter dat de gitarist vals speelde – en daarmee bedoel ik niet dat hij onzuiver was, maar gewoon dat hij niet helemaal eerlijk was: die geluiden werden gewoon door hem geproduceerd. Hij bleek een soort MIDI-apparaat aan z’n gitaar te hebben hangen.

Verder heb ik niet al te veel op de muzikanten gelet; Bruno is nogal aanwezig, constant gebaren makend bij de tekst. Je blijft gewoon geboeid kijken, ookal zijn het precies de gebaren die zijn oom destijds ook maakte.

Tegen het einde van het laatste nummer (‘La seule femme que j’aimais’) liep hij echter van het podium af de coulissen in, waarna de band het lied afsloot met een redelijk lang instrumentaal stuk.

Na de pauze begon de band weer zonder Bruno te spelen. Na een tijdje kwam Bruno terug (schoon overhemd aan en zijn krullen, die, tijdens de eerste helft van de voorstelling, nat van het zweet waren verdwenen, waren weer gedeeltelijk terug) en begon te zingen. Tijdens deze helft zong hij ook enkele eigen nummers die ook niet op zijn laatste cd staan.

Ergens halverwege zong hij ‘Fernand’; één van mijn favoriete (Jacques) Brel-nummers. Jammer genoeg was de gitarist hier iets te overdadig met z’n MIDI-geluiden; hij probeerde iets te veel strijkers te simuleren wat wat mij betreft geen mooi resultaat opleverde. Het einde van het lied was wel weer heel mooi. Het origineel eindigt met een lang instrumentaal orkstraal stuk, dat op de enige live-versie die ik van Jacques Brel ken ontbreekt. Blijkbaar te moeilijk om live te spelen zonder orkest of zo. Maar de drie muzikanten wisten er een heel geslaagde gooi naar te doen. gelukkig zonder te veel MIDI te gebruiken. Het kan dus wél :)!

Aan het eind van de voorstelling en na een staande ovatie kwam Bruno terug voor een toegift, een erg mooi, gevoelig nummer dat ook niet op zijn laatste cd staat. Toen was het afgelopen. Els kon op de piano nog de setlist zien staan en vertelde dat er nog één liedje op stond. Ze kwamen echter niet terug voor die tweede toegift. Jammer.

Al met al een heel geslaagde avond. Iedereen die van Jacques Brel houdt maar hem nooit live heeft kunnen zien zou naar een concert van Bruno moeten gaan. Op het podium stukken beter dan op de cd – en dat geldt voor beide Brels.